Welkom! op PensioenGenieten.nl, pensioen in helder Nederlands!

Uitleg: Pensioen 1-2-3



Pensioen 1-2-3 gaat over je pensioen van je werkgever. Het is ‘gelaagd’ opgebouwd.

Dat betekent dat het bestaat uit (drie) lagen.

Het oranje cijfertje in het verder groene plaatje ‘Pensioen 1 2 3’ laat zien in welke laag je zit:

Laag 1: Heel in het kort:  wat je krijgt, wat je niet krijgt enzovoorts. Je pensioen in vijf minuten. Zeer goed leesbaar. Mag maximaal één A4-tje zijn, dat aan twee kanten is bedrukt.

Laag 2: Toelichting op de onderwerpen uit laag 1. Je pensioen in 30 minuten. Evengoed vaak prima leesbaar.

n

Laag 3: Het pensioenreglement, het kostenoverzicht, de pensioenvergelijker en nog andere documenten. Hierin staat heel uitgebreid alles wat je weten wilt. Juridisch waterdicht, maar niet voor iedereen lekker leesbaar. Wel heel belangrijk, want dit is waar je werkgever en de verzekeraar of pensioenfonds van uit gaan en rechten aan ontlenen.

©Pensioenfederatie en Verbond van Verzekeraars: het logo, de iconen en formats van UPO en Pensioen 1-2-3 zijn eigendom van Pensioenfederatie en Verbond van Verzekeraars, Den Haag.


 

  • Ben je sollicitant: Dan krijg je de voorbrief en laag 1. De rest krijg je pas als je echt werkt bij deze werkgever. Maar met laag 1 weet je in ieder geval de allerbelangrijkste punten van je pensioenregeling.
  • Werk je al bij deze werkgever? Dan krijg je de voorbrief en de lagen 1 en 2.
    Laag 3 kan je openen op internet.

 


 

Elk Pensioen 1-2-3 behandelt zeven onderwerpen:

1.  Wat krijgt u in deze regeling?

2.  Wat krijgt u in deze regeling niet?

3.  Hoe bouwt u pensioen op?

4.  Welke keuzes heeft u zelf?

5.  Hoe zeker is uw pensioen?

6.  Welke kosten maakt de verzekeraar of pensioenfonds?

7.  Wanneer moet u in actie komen?

 


 

Voorbrief

Je Pensioen 1-2-3 begint met een voorbrief, bedoeld als korte introductie.

Er staat in dat je Pensioen 1-2-3 geen persoonlijke informatie bevat, want die kan je vinden op je Uniform Pensioenoverzicht (UPO). Die is speciaal voor jou en voor niemand anders. Er staat ook in dat Pensioen 1-2-3 in drie lagen is opgebouwd, zoals je hierboven al kon lezen.

  • Je Pensioen 1-2-3 is dus je pensioenregeling in het kort en in heldere taal. Al jouw collega’s zien dezelfde Pensioen 1-2-3 Tenminste, als de pensioenregeling geldt voor alle werknemers van jouw werkgever. Het kan ook zijn, dat er meerdere pensioenregelingen zijn, als sommige groepen medewerkers een andere regeling hebben dan andere. Bijvoorbeeld als administratief personeel een andere regeling heeft dan de buitendienst-medewerkers.
  • Op je UPO vind je hoeveel pensioen er verzekerd is.

 


Onderwerp 1: Wat krijgt u in deze regeling?

 


Hier staan de pensioenvormen die je krijgt. Bijvoorbeeld:

Ouderdomspensioen (voor jezelf als je later stopt met werken)

 

 

 

 

Partnerpensioen (voor je partner als je overlijdt). Er is verschil tussen partnerpensioen op opbouwbasis en risicobasis. Tussen de plaatjes zit daarom ook een verschil: in het ene plaatje zit een parapluutje, in het andere een portemonneetje. Zo kan je makkelijk herkennen welke van de twee jij hebt.

 

Met het portemonneetje: partnerpensioen op opbouwbasis.

 

 

 

Met het parapluutje: partnerpensioen op risicobasis.

 

 

Nabestaanden-overbruggingspensioen (voor je partner als je overlijdt, als aanvulling op het partnerpensioen)

 

 

 

 

Wezenpensioen (voor je kinderen als je overlijdt)

 

 

 

 

Arbeidsongeschiktheidspensioen (voor jezelf als je door arbeidsongeschiktheid niet meer kunt werken)

 

 

 

 

Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid, ofwel voortzetting van pensioenopbouw. Of voortzetting van risicoverzekering bij arbeidsongeschiktheid.

 

 

 

xx


Onderwerp 2: Wat krijgt u in deze pensioenregeling NIET?

xxx


Krijg je een pensioenvorm NIET, uit het rijtje ‘Ouderdomspensioen’, ‘Partnerpensioen’, ‘Wezenpensioen’, ‘Arbeidsongeschiktheidspensioen’ en ‘Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid’?

Dan moet die pensioenvorm verplicht in onderwerp 2 worden vermeld. Hier staat de betreffende pensioenvorm, met een kruis door het plaatje:

 

 

 

 

Voorbeeld:   dat je in jouw pensioenregeling geen partner- en wezenpensioen krijgt, dan zie je dit plaatje:

 

 

 

 

Waarom is dat? Om je bewust te maken van het ontbreken van zo’n pensioen. Veel mensen zien in onderdeel 1 een rijtje pensioenen staan, maar realiseren zich niet wat er ontbreekt. Nu staat dat klip & klaar in onderdeel 2. Zo kan je zelf privé maatregelen nemen om een verzekering af te sluiten voor het ontbrekende pensioen. Bijvoorbeeld een overlijdensrisicoregeling.

Voorbeeld: Er zijn heel veel pensioenregelingen met partnerpensioen dat stopt als je uit dienst gaat bij je werkgever. Dan staat er in je Pensioen 1-2-3 bijvoorbeeld: “Geen partnerpensioen als u niet meer bij deze werkgever werkt.”  Wat betekent dat: Overlijd je nadat je uit dienst bent gegaan bij je werkgever? Dan heeft je partner geen inkomen.

Door het zo neer te zetten in Pensioen 1-2-3 maken ze je in elk geval bewust dat je maatregelen moet treffen. Bijvoorbeeld door privé een verzekering af te sluiten. Of door heel goed op te letten of je volgende werkgever een pensioenregeling heeft waar ook weer partnerpensioen in zit en te controleren hoe hoog dat is. Dat bespaart je partner (en je kinderen) een hoop zorgen!

 

Krijg je WEL alle onderdelen uit het rijtje ‘Ouderdomspensioen’, ‘Partnerpensioen’, ‘Wezenpensioen’, ‘Arbeidsongeschiktheidspensioen’ en ‘Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid’? Dan staat er in onderdeel 2 een tekst als:

Dit onderdeel is niet van toepassing op uw pensioenregeling. U krijgt namelijk ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen. Ook krijgt u (voor een deel) arbeidsongeschiktheidspensioen als u na de wachttijd van de WIA (voor een deel) arbeidsongeschikt wordt verklaard. Bovendien gaat dan na de wachttijd van de WIA uw pensioenopbouw (voor een deel) door. Betaalde u een eigen bijdrage? Dan betaalt u deze niet meer voor het deel dat u arbeidsongeschikt bent verklaard. 

 


Onderwerp 3: Hoe bouwt u pensioen op?

xxx


 

 

 

 

Allereerst staat er hoe het pensioenlandschap in Nederland er uitziet. Weergegeven in:

A: de AOW van de overheid

B: het werkgeverspensioen. Daarover gaat je Pensioen 1-2-3 (en deze pagina), vandaar in het rode accent in het plaatje. Een andere kleur kan trouwens ook.

C: wat je zelf privé nog regelt, bijvoorbeeld een lijfrente voor extra pensioen later, of een overlijdensrisicoverzekering.

In het plaatje staan de letters ABC niet van boven naar beneden, maar van beneden naar boven (CBA).
Want A is de begane grond van je pensioen (door de overheid), B de bovenverdieping (door je werkgever) en C de zolderverdieping (door jezelf als je privé nog extra pensioen regelt).

 

 

 

 

 

Vervolgens staat er duidelijk welke soort pensioenregeling je hebt. Een Middelloonregeling, Eindloonregeling, Beschikbare-premieregeling, Kapitaalregeling of Vaste-Bedragenregeling. Zo hoef je niet te zoeken. Dit plaatje is heel handig. Zo kan je meteen de juiste uitleg erbij zoeken op mijn website.

p.s. De Kapitaalregeling en de Vaste-Bedragenregeling komen zo weinig voor, dat ik ze niet behandel op mijn site. Het zou je alleen maar afleiden.

 

Opbouwpercentage

 

 

 

 

In elke soort pensioenregeling bouw je elk jaar een deel op van je uiteindelijke pensioen. De opbouw van je pensioen wordt als het ware uitgesmeerd over alle jaren dat je bij deze werkgever werkt.

In een Middelloon- of Eindloonregeling gaat het dan over je Opbouwpercentage.

In een Beschikbare-premieregeling gaat het dan over het percentage beschikbare premie per jaar, de premiestaffel.

 

Premie

Ook niet onbelangrijk: wie betaalt er eigenlijk voor de opbouw van jouw pensioen? Er zijn drie mogelijkheden:

1: Je werkgever betaalt alles. Op je loonstrookje staat geen aftrek voor pensioen.

 

 

 

 

2: Jij betaalt alles. Komt veel voor bij vrijwillige, aanvullende pensioenvormen. Op je loonstrookje zie je wat jij betaalt. Het is overigens hetzelfde plaatje als bij 1.

 

 

 

 

3: Je werkgever en jij betalen allebei een deel. Op je loonstrookje zie je wat jij betaalt.

 

 

 

xxx


Onderwerp 4: Welke keuzes heeft u zelf?

xxx


Hier staan de keuzes die je hebt in deze pensioenregeling. Niet elke pensioenregeling bevat alle keuzes. Op sommige keuzes heb je recht vanuit de wet. En sommige keuzes heeft je werkgever opgenomen in de pensioenregeling.

Voorbeelden van keuzes:

Netto pensioen.

 

 

 

 

Als je loon meer is dan € 100.000 per jaar (2023: € 128.810). Op de pagina ‘Pensioenvormen‘ leg ik uit wat het is. Als je meer verdient dan € 128.810 (2023) en je kunt in jouw pensioenregeling kiezen voor meeverzekeren van nettopensioen, dan zou ik daar zeker voor kiezen. Niet alleen voor ouderdomspensioen, maar ook voor partnerpensioen over loon boven die grens. Zo bouw je ook pensioen op over je loon boven deze grens. Je mag de premie voor nettopensioen niet aftrekken van de belasting. De uitkeringen zijn te zijner tijd onbelast.

 

Waardeoverdracht.

 

 

 

 

Als je van baan verandert en je pensioen wilt meenemen. Soms verstandig, soms zinloos en soms zelfs onverstandig. Zie mijn pagina ‘waardeoverdracht.

 

Pensioenregelingen vergelijken.

 

 

 

 

Als je van baan wilt veranderen of al bent veranderd, en de oude en nieuwe regeling naast elkaar wilt zetten om ze met elkaar te vergelijken. Er is een handige Pensioenvergelijker.

 

Extra pensioen opbouwen

 

 

 

 

Als je bij wilt sparen in je pensioenregeling, je pensioen vanuit de pensioenregeling van je werkgever wilt aanvullen. Er moet dan fiscaal in de pensioenregeling wel ruimte voor zijn. Bijvoorbeeld omdat het opbouwpercentage in de pensioenregeling niet zo hoog is als maximaal toegestaan door de belastingdienst. Of als de aftrek op je loon van de AOW-franchise in de pensioenregeling hoger is dan minimaal verplicht door de belastingdienst.

Let op: deze mogelijkheid om bij te sparen is er niet voor niets. Het vult vaak een gat in de bestaande pensioenregeling aan. Want in een pensioenregeling die maximaal gebruik maakt van de fiscale ruimte kan je geen extra pensioen opbouwen.

 

Vrijwillig pensioen.

 

 

 

 

Een extra pensioenvorm zoals Nabestaanden-overbruggingspensioen of Arbeidsongeschiktheidspensioen boven de WIA-loongrens, waar je vrijwillig voor kunt kiezen.

Let op, deze aanvullende pensioenen zijn er niet voor niets. Ze vullen vaak een gat in de bestaande pensioenregeling aan.

Vaak betaal je voor vrijwillig pensioen zelf alle premie.

 

Ouderdomspensioen ruilen voor extra partnerpensioen.

 

 

 

 

Vóór je pensioendatum:

Ouderdomspensioen (uit)ruilen voor partnerpensioen wordt vaak gedaan als de verzekering van het partnerpensioen op risicobasis stopt als je uit dienst gaat van je werkgever. Nadat je uit dienst bent gegaan, heb je dan in feite alleen maar ouderdomspensioen opgebouwd. Als je dan overlijdt, heeft je partner geen partnerpensioen. Daarom is er de mogelijkheid om ouderdomspensioen uit te ruilen voor partnerpensioen op het moment dat je uit dienst gaat. Vaak doet de verzekeraar of pensioenfonds het zelfs automatisch voor je. Je ouderdomspensioen wordt door de uitruil lager, maar je partner krijgt nu wel pensioen als je overlijdt vóór de pensioendatum. Zo’n automatische uitruil kan je laten terugdraaien, maar denk daar goed over na en overleg met je partner.

Het is overigens niet zo dat je voor € 100 ouderdomspensioen € 100 partnerpensioen terug krijgt. Op de website van de verzekeraar of pensioenfonds vind je vaak de zogenoemde ‘uitruilfactoren’. Soms heten ze ‘Flexibiliseringsfactoren’. Daarmee kan je zelf een indicatie krijgen van de gevolgen van uitruil.

Op je pensioendatum:

Ouderdomspensioen (uit)ruilen voor partnerpensioen wordt ook gedaan als de verzekering van het partnerpensioen op risicobasis stopt als je met pensioen gaat. Je ouderdomspensioen wordt door de uitruil lager, maar je partner krijgt nu wel pensioen als je overlijdt na de pensioendatum.

 

Partnerpensioen ruilen voor extra ouderdomspensioen.

 

 

 

 

Precies het omgekeerde van ouderdomspensioen (uit)ruilen voor partnerpensioen. Uitruilen van partnerpensioen naar ouderdomspensioen kan alleen als je partnerpensioen op opbouwbasis verzekerd was. Want dan is er waarde opgebouwd in het partnerpensioen, die je gebruikt om uit te ruilen voor ouderdomspensioen.

Ook hier is het niet zo dat je voor € 100 partnerpensioen € 100 ouderdomspensioen terug krijgt. Op de website van de verzekeraar of pensioenfonds vind je vaak de zogenoemde ‘uitruilfactoren’. Soms heten ze ‘Flexibiliseringsfactoren’. Daarmee kan je zelf een indicatie krijgen van de gevolgen van uitruil.

Uitruilen van partnerpensioen naar ouderdomspensioen wordt vaak gedaan als partnerpensioen niet nodig is, bijvoorbeeld als de partner een eigen inkomen heeft. Of als er genoeg eigen vermogen is. Door de uitruil vervalt het partnerpensioen, maar wordt je ouderdomspensioen hoger.

 

Deeltijdpensioen.

 

 

 

 

Je laat je pensioen voor een deel vervroegd ingaan. Voor dat deel stop je dan met werken. Het deel dat je vervroegd laat ingaan, wordt wel lager dan het was, omdat je het naar voren trekt. Ook bouw je geen pensioen meer op voor het deel dat je vervroegd met pensioen gaat. Deeltijdpensioen kost je dus wel geld. Je kunt van te voren een offerte aanvragen bij je verzekeraar of pensioenfonds. Zo weet je van tevoren precies hoeveel pensioen je krijgt. En op de website van de verzekeraar of pensioenfonds vind je vaak de zogenoemde ‘vervroegingsfactoren’. Soms heten ze ‘Flexibiliseringsfactoren’. Daarmee kan je zelf een indicatie krijgen van de gevolgen van vervroeging van een deel van je pensioen.

 

Eerder stoppen of langer doorwerken.

 

 

 

 

In het plaatje op je Pensioen 1-2-3 staat de pensioenrichtleeftijd in jouw pensioenregeling, met een plusje er boven en een minnetje er onder. Maar je kunt je pensioen ook eerder laten ingaan dan deze pensioenrichtleeftijd. Of later.

Als je je pensioen vervroegt, wordt je opgebouwde pensioen lager. Want nog niet al het rendement is behaald. Er was tenslotte op gerekend dat het pensioen pas later zou ingaan. Ook moet het langer worden uitgekeerd. Daarnaast bouw je geen pensioen meer op in de periode tussen je vervroegde pensioendatum en je oorspronkelijke pensioenrichtdatum. Al met al kost het je een stuk van je pensioen als je het eerder laat ingaan. Dat hoeft niet erg te zijn, maar dat kan je alleen zelf beoordelen. Zolang je het maar beseft.
Je kunt een offerte aanvragen bij je verzekeraar of bedrijfspensioenfonds. Zo weet je van tevoren precies hoeveel pensioen je krijgt. Ook vind je op hun website vaak zogenoemde ‘vervroegingsfactoren’ en ‘uitstelfactoren’. Soms heten ze ‘Flexibiliseringsfactoren’. Daarmee kan je zelf een indicatie krijgen van de gevolgen voor je opgebouwde pensioen.

Als je je pensioen uitstelt, wordt het opgebouwde pensioen hoger. Want er wordt langer rendement behaald en je pensioen wordt korter uitgekeerd. In sommige gevallen bouw je ook nog pensioen op tijdens de periode dat je je pensioen uitstelt.

Je kunt van te voren een offerte aanvragen bij je verzekeraar of pensioenfonds. En op de website van de verzekeraar of pensioenfonds vind je vaak de zogenoemde ‘vervroegings- en uitstelfactoren’. Soms heten ze ‘Flexibiliseringsfactoren’. Daarmee kan je zelf een indicatie krijgen van de gevolgen van vervroeging of uitstel van je pensioen.

 

Meer of minder werken.

 

 

 

 

Als je meer gaat werken, bouw je meer pensioen op. Als je minder gaat werken, bouw je minder pensioen op.

 

Hoog/laag of juist Laag/hoog.

 

 

 

 

De eerste jaren nadat je met pensioen bent, doe je vaak meer activiteiten (bijvoorbeeld reizen) dan daarna, wanneer mogelijk je leeftijd een rol gaat spelen. Dan kan het handig zijn dat je in de eerste periode meer pensioen krijgt en in de latere periode minder. Je kunt van te voren een offerte aanvragen bij je verzekeraar of pensioenfonds. Zo weet je precies wat hoog/laag of laag/hoog voor jouw situatie betekent.

 

Beleggingskeuze.

 

 

 

 

Heb je een beschikbare-premie regeling? Dan bepaalt meestal het pensioenfonds of de verzekeraar welke beleggingen worden aangekocht voor jouw pensioenpot. Ook kan de werkgever soms kiezen voor een aantal fondsen waar jouw premie standaard in belegd wordt. Maar soms heb je zelf de vrijheid om binnen een keuzelijstje je eigen beleggingenmix te bepalen. Bijvoorbeeld omdat je werkgever vindt dat jij en de meeste van je collega’s goed in beleggen zijn. Of uitstekend zelf hun eigen keuzes kunnen maken.

Niet verstandig als je van zekerheid houdt of gauw zenuwachtig wordt als de beurskoersen dalen. En al zeker niet als je niets van beleggen weet.

Overigens kan je er altijd voor kiezen om de beleggingsvrijheid terug te geven aan de verzekeraar of pensioenfonds.

 

Pensioenuitkering kopen.

 

 

 

 

Bij ‘Beschikbare-premieregelingen‘ krijg je op je pensioenrichtleeftijd een pot geld (de beleggingswaarde van je pensioen) beschikbaar om pensioen van te kopen. Je krijgt het geld niet echt in handen, maar op papier beschikbaar. De pot geld is bestemd voor een ouderdomspensioen voor jezelf dat direct ingaat, en voor partnerpensioen voor je partner dat wordt uitgesteld tot je overlijdt. Afgezien van enkele uitzonderingen heb je ‘shopvrijheid’, dat wil zeggen dat je zelf mag bepalen bij welke instantie (bank, verzekeraar) jij je pensioen koopt. Met de op papier beschikbare pot geld kan je shoppen om te kijken wie de hoogste maandelijkse uitkering geeft voor je pot geld. Dat kan diezelfde verzekeraar of pensioenfonds zijn, maar ook een andere. Of een bank. Je mag (binnen wettelijke regels) zelf kiezen. Als je je keuze hebt gemaakt, boekt de verzekeraar of pensioenfonds het geld over naar de instantie van jouw keuze. Die stort daarna elke maand de pensioenuitkering op je rekening, onder (verplichte) inhouding van loonbelasting en premies.

 


Onderwerp 5: Hoe zeker is uw pensioen?

xxx


Een zeer belangrijk onderwerp in je Pensioen 1-2-3. Het vertelt je namelijk welke risico’s er zijn dat je pensioen wordt verlaagd. En of je in de toekomst indexaties krijgt.

 

 

 

 

Hoe zeker is uw pensioen?

De hoogte van uw pensioen staat vast. Of niet.

Een zeer belangrijk onderdeel. Er zijn twee mogelijke teksten:

 

  1. “De hoogte van uw pensioen staat vast”
    Bij Middelloon- en Eindloonregelingen bij verzekeraars staat je pensioen meestal vast (er zijn enkele uitzonderingen, bijvoorbeeld CDC-regelingen). De pensioentoezegging van je werkgever is een pensioen van een bepaalde hoogte. Die hoogte wordt berekend met een formule. Op je UPO vind je terug welk ouderdomspensioen je al hebt opgebouwd en wat je totaal kunt bereiken als je bij deze werkgever blijft werken tot je pensioenrichtleeftijd. Verzekeraars mogen je opgebouwde pensioen niet verlagen als ze in financiële moeilijkheden zitten. Je opgebouwde pensioen is gegarandeerd. Want verzekeraars verzekeren. Je totaal bereikbare pensioen kan in de opbouwfase overigens wel mee schommelen met de hoogte van je pensioengrondslag. Maar wat al is opgebouwd, blijft opgebouwd.
    Pensioenfondsen mogen je pensioen wel verlagen. Dan staat er het onderstaande:
  2. “De hoogte van uw pensioen staat niet vast”
    Bij Beschikbare-premieregelingen staat de hoogte van je pensioen niet vast. Ongeacht of het bij een verzekeraar verzekerd is of bij een pensioenfonds. De pensioentoezegging van je werkgever is een premie. Je bouwt daarmee een kapitaal of een beleggingswaarde op. Op je pensioendatum koop je daarmee een ouderdomspensioen dat direct ingaat, en een partnerpensioen dat pas ingaat als je overlijdt. Hoeveel je kunt kopen hangt af van de beleggingswaarde, de tarieven van de verzekeraar op de pensioendatum, de rekenrente op de pensioendatum en de levensverwachting op dat moment.
    Ook bij pensioenfondsen staat de hoogte van je pensioen niet vast. Ongeacht of je een middelloon- of eindloonregeling hebt of een beschikbare-premieregeling. Pensioenfondsen mogen je opgebouwde pensioen wel verlagen als ze in de financiële moeilijkheden zitten. Dat heet ‘afstempelen’. Zeker de afgelopen jaren is dit wel gebeurd bij sommige pensioenfondsen die het moeilijk hadden. Afstempelen of niet hangt af van de dekkingsgraad. Dat is simpel gezegd de verhouding tussen de verplichtingen en het geld in kas dat daar tegenover staat.
    Voor eventuele indexaties wordt gekeken naar de ‘beleidsdekkingsgraad’. Dat is de gemiddelde dekkingsgraad van de afgelopen 12 maanden. Pas als de beleidsdekkingsgraad hoger dan 110% is (vanaf 1 juli 2022 onder voorwaarden 105%), mag het pensioenfonds de pensioenen eventueel indexeren.
    Als de dekkingsgraad van het pensioenfonds onder de 110% (vanaf 1 juli 2022 onder voorwaarden 105%) zit, moet het een herstelplan indienen bij De Nederlandsche Bank (DNB). In het herstelplan moet onder andere staan, welke concrete maatregelen het pensioenfonds gaat nemen om weer op de minimale dekkingsgraad te komen. Bijvoorbeeld de premie verhogen, niet indexeren, of aan de werkgevers vragen om extra geld te storten. Het herstelplan moet elk jaar worden aangepast aan de nieuwe werkelijkheid van dat moment.
    x
    Twee beruchte maatregelen zijn:
    – Het verlagen van de pensioenaanspraken
    – Het verlagen van de pensioenuitkeringen.
    Ofwel ‘afstempelen’.
    x
    Ben je verzekerd bij een pensioenfonds? Dan staat op je UPO hoe hoog de dekkingsgraad is.


Dekkingsgraad

 

 

De dekkingsgraad hangt direct samen met de rekenrente. Stijgt de rekenrente? Dan stijgt ook de dekkingsgraad. En andersom. Voor de rekenrente wordt gekeken naar de marktrente, in dit geval de rente van langlopende leningen. Op dit moment is die marktrente al heel lang erg laag. Dat betekent dat ook de rekenrente erg laag is. En dus de dekkingsgraad van pensioenfondsen.

Staat je opgebouwde pensioen niet vast? En wil je geen risico lopen? Dan moet je zelf privé maatregelen nemen. Anders loop je risico als het pensioenfonds eventueel moet afstempelen en jij daardoor later tekort komt. Of dat je partner tekort komt als je overlijdt.

Koopkracht

 

 

 

 

Hoeveel kan je eigenlijk nog kopen met je pensioen tegen de tijd dat je met pensioen gaat? Hoeveel is bijvoorbeeld € 1.000 over 20 jaar nog waard? Daarover gaat dit onderwerp. Dit nieuwe onderwerp vind je alleen op je UPO, niet op je Pensioen 1-2-3. Want je Pensioen 1-2-3 laat je zien welke pensioenen je krijgt, je UPO hoeveel je krijgt. Ik heb er een eigen pagina aan gewijd.
Op mijnpensioenoverzicht.nl (het pensioenregister van de overheid, zie de link in de zwarte balk onderaan deze pagina) kan je dit onderwerp nu al terugvinden. Als je daar inlogt met je DigiD, vind je dit onderwerp onder het tabblad ‘Vooruitblik’.

 

Verhoging pensioen

 

 

 

 

In dit onderwerp wordt verteld of je opgebouwde pensioen nog wordt verhoogd met indexaties. Ook wel toeslagen op pensioen genoemd.
Indexaties of toeslagen zijn extra stukjes pensioen boven op het pensioen dat je al hebt opgebouwd.
In de tekst moet iets staan over voorwaardelijkheid van de indexaties. Voorwaardelijke indexaties wil zeggen dat er een voorwaarde is waaraan eerst voldaan moet zijn. Een voorwaarde kan bijvoorbeeld zijn, dat het geven van indexaties/toeslagen afhangt van winst die de verzekeraar of pensioenfonds eventueel maakt en die dan gebruikt gaat worden voor indexaties/toeslagen. Of dat de werkgever eventueel zelf geld beschikbaar stelt voor indexaties/toeslagen en dat elk jaar opnieuw bekijkt. Indexaties/toeslagen kunnen ook onvoorwaardelijk zijn. Of voor een deel voorwaardelijk en voor een deel onvoorwaardelijk.

  • Staat er bij het plaatje van het boodschappenkarretje ‘Loon‘? Dan hebben we het over welvaartsvast. Het betekent dat je pensioen (voor een deel?) wordt geïndexeerd met de gemiddelde stijging van de lonen in Nederland in een bepaalde periode.
  • Staat er bij het plaatje van het boodschappenkarretje ‘Prijs‘? Dan hebben we het over waardevast. Het betekent dat je pensioen (voor een deel?) wordt geïndexeerd met de gemiddelde stijging van de prijzen in Nederland in een bepaalde periode.

Dit hele onderdeel ‘Verhoging pensioen’ is belangrijke informatie. Het geeft je namelijk een signaal of je zelf privé iets moet doen. Stijgen de lonen of prijzen sneller dan je pensioen? En/of wordt je pensioen naar verwachting de komende jaren niet geïndexeerd? Dan gaat de koopkracht van je pensioen achteruit. Het kan zijn dat je later tekort komt. Of dat je partner tekort komt als je overlijdt. Doe wat met dit signaal! Neem actie! Regel bijvoorbeeld extra pensioen.

 

Verlaging pensioen

 

 

 

 

Ook dat kan gebeuren. Maar (op een enkele uitzondering na, bijvoorbeeld CDC-regelingen) alleen bij pensioenfondsen. Als ze in de financiële problemen zitten. Er moet dan een herstelplan zijn ingediend bij De Nederlandsche Bank (DNB).
Zie hierboven bij “De hoogte van uw pensioen staat vast. Of niet”. In dat geval moet daar staan: “De hoogte van uw pensioen staat niet vast.”
In dit stukje tekst “Verlaging pensioen” moet dan informatie staan dat het pensioenfonds in bepaalde situaties je opgebouwde pensioen kan verlagen. En of ze dat al eens gedaan hebben. En wat de verwachting is voor de komende jaren.

 


Onderwerp 6: Welke kosten maken wij?

xxx


Kosten

 

 

 

 

Je pensioenfonds of verzekeraar maakt kosten om de pensioenregeling te kunnen uitvoeren. In laag 3 staat een overzicht van de kosten. Daar kan je precies terugvinden hoeveel kosten er gemaakt worden per deelnemer aan de pensioenregeling.

 


Onderwerp 7: Wanneer moet u in actie komen?

xxx


Als u van baan verandert

 

 

 

 

Als je van baan verandert, zijn er twee belangrijke momenten om naar je pensioen te kijken.

  1. Voordat je besluit om bij een andere werkgever te gaan werken, kan je kijken naar de pensioenregeling die je nu hebt en de regeling die je straks krijgt. Met de pensioenvergelijker kan je twee regelingen naast elkaar leggen. Denk in ieder geval even goed na over dekking bij overlijden. Krijgt jouw partner pensioen als jij overlijdt terwijl je tussen twee werkgevers in zit? Of als je straks bij je nieuwe werkgever werkt?
  2. Als je al van baan bent veranderd.

Op mijn pagina ‘waardeoverdracht‘ lees je of waardeoverdracht verstandig is. En hoe je het kunt regelen. En dat het bij kleine pensioenen vaak automatisch gaat.

Werk je niet meer bij deze werkgever? En wil je waardeoverdracht? Neem dan rechtstreeks contact op met de verzekeraar of het bedrijfspensioenfonds. Of regel het via Mijnwaardeoverdracht.nl.

 

Bij arbeidsongeschiktheid

 

 

 

 

Als je na (standaard) twee jaar ziekte arbeidsongeschikt wordt verklaard door het UWV, kan het zijn dat je in de pensioenregeling van je werkgever recht hebt op:

  1. Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid. Dat betekent bij volledige arbeidsongeschiktheid dat je pensioenopbouw volledig doorgaat, terwijl je werkgever en jij daar geen premie meer voor betalen zolang je arbeidsongeschikt bent. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid gaat je pensioenopbouw gedeeltelijk door en moet er nog gedeeltelijk premie worden betaald.
  2. Arbeidsongeschiktheidspensioen. Dat is een aanvulling op de WIA-uitkering die je van de overheid (UWV) krijgt.

Op mijn pagina ‘pensioenvormen‘ lees je er alles over.

In ieder geval moet je wel even in actie komen. Meld je bij je werkgever of bij je verzekeraar of bedrijfspensioenfonds.

Werk je niet meer bij deze werkgever? Neem dan rechtstreeks contact op met de verzekeraar of het bedrijfspensioenfonds.

 

Bij trouwen, samenwonen of geregistreerd partnerschap

 

 

 

 

Veel pensioenregelingen gaan er vanuit dat je een partner hebt, ongeacht of dat werkelijk zo is.

Maar in heel veel andere regelingen wordt pas partner- en wezenpensioen verzekerd als je werkelijk een partner en/of kind(eren) hebt. Als je verzekeraar of pensioenfonds niet weet of jij getrouwd bent of samenwoont en/of kind(eren) hebt, en dat wel uitmaakt voor je pensioen, zie je op je UPO bij de partnergegevens staan “Geen partner bekend”.

 

Meld je huwelijk of het samenwonen of dat je geregistreerde partners bent geworden, en/of je kind(eren) in ieder geval bij je werkgever of bij je verzekeraar of pensioenfonds! Zeer belangrijk!

 

Werk je niet meer bij deze werkgever? Neem dan rechtstreeks contact op met de verzekeraar of het bedrijfspensioenfonds.

 

Bij scheiding of het geregistreerd partnerschap beëindigenx

 

 

 

 

Ouderdomspensioen
Je ex-partner heeft standaard recht op de helft van het ouderdomspensioen dat je hebt opgebouwd tijdens het huwelijk of de periode van het geregistreerd partnerschap. Je kunt met je ex-partner ook andere afspraken maken.

Let op: het recht op een deel van het ouderdomspensioen geldt niet voor ongehuwd samenwonenden. Zij kunnen zelf afspraken maken over de verdeling van het pensioen.

Partnerpensioen
Is het partnerpensioen verzekerd op opbouwbasis? Dan heeft je ex-partner ook recht op het partnerpensioen dat je hebt opgebouwd. Doet je ex-partner afstand van het recht? Dan moet je de verzekeraar of het bedrijfspensioenfonds hier samen over informeren.
Let op: ook ongehuwd samenwonenden kunnen recht hebben op partnerpensioen. Je moet zelf aan je werkgever doorgeven dat jij en je partner uit elkaar zijn.

Is het partnerpensioenverzekerd op risicobasis? Dan vervalt het eenvoudig, omdat er geen overlijdensrisico meer is te dekken. Want je hebt na de scheiding geen partner meer. Er zit geen waarde in partnerpensioen op risicobasis, dus er valt niets te verdelen.

In je pensioenreglement staat vaak een heel stuk over de gevolgen van scheiding voor je pensioen. Ook op pensioenkijker.nl vind je meer over dit onderwerp.

Werk je niet meer bij deze werkgever? En gaan jullie uit elkaar? Neem dan rechtstreeks contact op met de verzekeraar of het bedrijfspensioenfonds.

 

Bij verhuizing naar het buitenland

 

 

 

 

Vóór je pensioendatum: Het kan zijn dat je pensioenopbouw dan stopt, zeker als je uit dienst gaat bij je werkgever. En voor elk jaar dat je doorbrengt in het buitenland, gaat je recht op AOW met 2% omlaag. Omdat je dan geen Nederlandse ‘ingezetene’ bent. Informatie over de gevolgen voor je AOW vraag je aan bij de Sociale Verzekeringsbank. Of kijk op svb.nl.

Na je pensioendatum: Als je in Nederland woont, krijgt de verzekeraar of pensioenfonds een adreswijziging binnen Nederland automatisch door van de gemeente, via de BRP (Basisregistratie personen). In de BRP staan persoonsgegevens van iedereen die in Nederland woont of gewoond heeft en van zogenoemde ‘niet-ingezetenen’. De gemeente verzamelt, registreert en onderhoudt de gegevens van ingezetenen in de BRP. Als je verhuist naar het buitenland, weet de BRP niet meer waar je bent. Ook je verzekeraar of pensioenfonds raakt dan je spoor kwijt. Best lastig als je nog geld van ze krijgt. Ook als je binnen het buitenland verhuist, moet je dat zelf doorgeven aan je verzekeraar of pensioenfonds.

Werk je niet meer bij deze werkgever? Neem dan rechtstreeks contact op met de verzekeraar of het bedrijfspensioenfonds.

 je werkloos wordt

Als je werkloos wordt

 

 

 

 

Als je werkloos wordt, bouw je geen pensioen meer op. Let op: Je pensioen kan helemaal vervallen omdat er alleen pensioen op risicobasis voor je partner was verzekerd. Je pensioen kan ook voor een deel vervallen, omdat je het deel tussen je uitdiensttreding en je pensionering niet meer opbouwt bij deze werkgever.

Je werkgever meldt aan de verzekeraar of bedrijfspensioenfonds dat je uit dienst bent. Je krijgt dan een ‘stopbrief’. Daarin staan je opgebouwde pensioenrechten bij het einde van je deelname aan de pensioenregeling.

Waarom moet je dan toch in actie komen?

Was in de pensioenregeling van je werkgever het partnerpensioen op risicobasis verzekerd? En kreeg je aansluitend aan je ontslag een WW-uitkering? Dan heb je wettelijk recht op een tijdelijke, gratis dekking van partnerpensioen.

Dus meld je (rechtstreeks) bij je verzekeraar of pensioenfonds!

 

Als je meer of minder gaat werken

 

 

 

 

 

Als je meer gaat werken, bouw je meer pensioen op. Als je minder gaat werken, bouw je minder pensioen op. Het klinkt simpel en dat is het ook. In principe geeft je werkgever door aan je verzekeraar of pensioenfonds dat je meer of minder bent gaan werken. Maar checken kan geen kwaad.

 

Als je verlof opneemt

 

 

 

 

Als je bij je werkgever werkt en tussentijds onbetaald verlof opneemt, bijvoorbeeld ouderschapsverlof of studieverlof, kan dat invloed hebben op je pensioen. Voor de onderstaande vormen van verlof gaat je pensioenopbouw wettelijk gewoon door alsof je niet met verlof was:

  • wettelijk ouderschapsverlof tot een maximum van 18 maanden
  • sabbatsverlof door een schriftelijke regeling van de werkgever tot een maximum van 12 maanden
  • studieverlof voor cursussen, voor opleidingen of studie voor een beroep, voor het op peil houden van kennis en voor cursussen, opleidingen of studie die door de werkgever wordt gefinancierd, tot een maximum van 18 maanden.

Dus ga hierover in overleg met je werkgever. Kom je er samen niet uit, meld je dan bij je verzekeraar of pensioenfonds.

 

Ga tenminste één keer per jaar naar Mijnpensioenoverzicht

 

 

 

 

Bekijk tenminste één keer per jaar je totale pensioen op mijnpensioenoverzicht.nl, het pensioenregister van de overheid. Daar vind je de pensioenen die je bij al je werkgevers hebt opgebouwd én je AOW.

Ben je nog maar pas geleden gaan werken voor deze werkgever? Het pensioenregister wordt vier keer per jaar ververst. Het kan daardoor enige maanden duren voordat je pensioen getoond wordt.

 

Als je gebruik wilt maken van een keuzemogelijkheid

 

 

 

 

Veel pensioenregelingen hebben allerlei keuzemogelijkheden. Meer dan je denkt! Lees je pensioenreglement er maar eens op na. En wil je gebruik maken van zo’n keuzemogelijkheid? Meld je dan bij je werkgever of bij je verzekeraar of bedrijfspensioenfonds.

Voorbeeld: stel dat in je pensioenreglement staat dat je het recht hebt om de pensioendatum te vervroegen. En dat je besloten hebt dat je dat wilt. Dan is het wel fijn, en zeker zo respectvol, als je dat vooraf hebt overlegd met je werkgever. Je wilt hem/haar tenslotte niet in moeilijkheden brengen omdat je eerder stopt met werken.

Werk je niet meer bij deze werkgever? Neem dan rechtstreeks contact op met de verzekeraar of het bedrijfspensioenfonds.

 

Als je vragen hebt

 

 

 

 

Als je vragen hebt over je Pensioen 1-2-3, moet hier staan hoe je de verzekeraar of het bedrijfspensioenfonds kan bereiken.


 

 

©Pensioenfederatie en Verbond van Verzekeraars: het logo, de iconen en formats van UPO en Pensioen 1-2-3 zijn eigendom van Pensioenfederatie en Verbond van Verzekeraars, Den Haag.


Naar uitleg
over je UPO
Terug naar huis
(‘Home’)