Welkom! op PensioenGenieten.nl, pensioen in helder Nederlands!

Stap 6: Pensioen(richt)leeftijd



 

 

 

 


Op deze pagina lees je dat in je pensioenreglement een ‘pensioenrichtleeftijd’ staat. Zaken als de premie en hoeveel pensioen je per jaar mag opbouwen zijn daar op afgestemd/gericht. De pensioenrichtleeftijd is de leeftijd die in je pensioenreglement staat om met pensioen te gaan. Maar je mag meestal ook eerder of later.


xxx

Termen

Tot nu toe zijn we meerdere termen tegengekomen die iets te maken hebben met de leeftijd waarop je stopt met werken:

 

  • AOW-leeftijd

De leeftijd waarop je AOW ingaat. Vroeg was dat voor iedereen 65, maar we gaan eerst geleidelijk naar 67 in 2024. Vanaf 2024 stijgt de AOW-leeftijd met de stijging van de levensverwachting. Voor ieder jaar dat we gemiddeld ouder worden, moeten we acht maanden langer doorwerken. In 2028 is de AOW-leeftijd 67 jaar en 3 maanden.

Wil je jouw specifieke verwachte AOW-leeftijd weten? Ga dan naar de website van de Sociale Verzekerings Bank (SVB), die de AOW uitvoert.

  • Pensioenleeftijd

De leeftijd waarop je werkelijk met pensioen gaat. Dus los van wat de overheid wil en wat er in het pensioenreglement van je werkgever staat.

  • Fiscale pensioenleeftijd

De belastingdienst heeft een tabel waarin staat hoeveel pensioen je maximaal per jaar mag opbouwen bij een bepaalde pensioenrichtleeftijd in het pensioenreglement van jouw werkgever.

  • en nu de laatste: ‘Pensioenrichtleeftijd’.

Daarover gaat deze pagina. Ook leg ik de verschillen en de samenhang uit tussen bovenstaande termen.

 

Pensioenrichtleeftijd

In de pensioenregeling van je werkgever staat een ‘pensioenrichtleeftijd’. Dat is de leeftijd waarop je volgens het pensioenreglement met pensioen gaat. Bijvoorbeeld 65, 67 of 68. Allerlei zaken in het pensioenreglement zijn afgestemd op deze leeftijd. Bijvoorbeeld de pensioenpremie en het jaarlijkse opbouwpercentage of de percentages van de beschikbare-premiestaffel zijn hier op afgestemd (gericht).

 

En wat als ik eerder of later met pensioen wil?

Meestal mag dat. Een pensioenrichtleeftijd van bijvoorbeeld 68 in je pensioenreglement wil niet zeggen dat dit de enige leeftijd is waarop je je pensioen kunt laten ingaan. In de meeste pensioenregelingen staat wel dat je je pensioen eerder of later mag laten ingaan als je dat wilt. Dat heet ‘vervroegen’ of ‘uitstellen’. En ALS het mag volgens het reglement, dan getuigt het wel van respect als je het vooraf overlegt met je werkgever. Want hij moet je ineens veel eerder missen dan waarmee hij rekening had gehouden.

Wil je vroeger met pensioen? Dan zal je werkelijke pensioen lager zijn dan op je UPO staat. Want:

  • je mist dan een stukje opbouw van je pensioen. Als je bijvoorbeeld een jaar eerder met pensioen gaat, bouw je een jaar korter pensioen op. Dat is als vuistregel gauw 8% pensioen per jaar dat het pensioen eerder ingaat.
  • je pensioen wordt ‘actuarieel herrekend’. Dat betekent het volgende: bij het berekenen van je pensioen en de premie die daarvoor wordt betaald, gaat de verzekeraar of pensioenfonds uit van bepaalde uitgangspunten. Eén daarvan is dat de achterliggende waarde van je pensioen (de pot met geld die achter het jaarlijkse bedrag staat om jarenlang dit bedrag uit te kunnen keren) tot je pensioenrichtleeftijd rente kan opbrengen, waarna het pensioen in gaat. Als jij een jaar eerder met pensioen gaat, kan de achterliggende pot geld een jaar korter rente opbrengen. Er zou dus meer premie nodig zijn voor hetzelfde pensioen. Bovendien moet het pensioen een jaar langer aan je worden uitgekeerd. Omdat de uitgangspunten zijn veranderd, moet de hele boel omgerekend worden op de nieuwe uitgangspunten. Ook dat kost je als vuistregel gauw 8% pensioen per jaar dat het pensioen eerder ingaat.

Vervroegen kost je als vuistregel dus 2 x 8% = 16% van je pensioen per jaar dat je eerder met pensioen gaat. Bij je verzekeraar of pensioenfonds kan je opvragen wat het nieuwe bedrag wordt als je eerder met pensioen wilt gaan. Vaak zitten er bij je pensioenreglement handige tabellen waarmee je het heel simpel zelf kunt uitrekenen. zo heb je alvast een goede indicatie. Ze zijn ook vaak te vinden op de internetsite van het pensioenfonds of de verzekeraar.

Stel je je pensioen uit? Dan geldt precies het omgekeerde.

 

De verschillen tussen deze termen:

  • Fiscale pensioenleeftijd: De pensioenleeftijd waar de fiscus van uit gaat in pensioenregelingen vanaf 1 januari 2018. Die leeftijd is 68 jaar. Ook in het Pensioenakkoord 2019 blijft dit 68 jaar. Daar horen bepaalde maximale opbouwpercentages per jaar bij. Méér mag je niet opbouwen per jaar, minder wel.
  • Pensioenrichtleeftijd: de leeftijd die in het pensioenreglement van je werkgever staat om met pensioen te gaan. Bijvoorbeeld 65, 67 of 68 jaar. In veel pensioenreglementen staat dat je je pensioen mag vervroegen of uitstellen.
  • Pensioenleeftijd: de leeftijd waarop jij feitelijk met pensioen gaat en je ouderdomspensioen laat ingaan.
  • AOW-leeftijd is de leeftijd waarop je AOW-uitkering ingaat. Die was ooit 65 voor iedereen, maar schuift in stappen omhoog naar 67 jaar in 2024. Vanaf 2024 hangt de AOW-leeftijd af van de levensverwachting. Voor ieder jaar dat we gemiddeld ouder worden, moeten we acht maanden langer doorwerken. In 2028 is de AOW-leeftijd 67 jaar en 3 maanden.
    Voor meer informatie, zie de website van de Sociale Verzekeringsbank die de AOW uitvoert.

 

De samenhang tussen deze termen:

De fiscus stelt de bovengrenzen vast (fiscale pensioenleeftijd).

Je pensioenreglement (pensioenrichtleeftijd) valt binnen deze grenzen.

Jij bepaalt uiteindelijk zelf wanneer je met pensioen gaat (pensioenleeftijd). Ga je eerder of later met pensioen? Dan is het bedrag lager of hoger dan op je UPO. Je kunt je pensioen bijvoorbeeld naadloos laten aansluiten op de ingangsdatum van je AOW. Je moet uiterlijk met pensioen vijf jaar na je AOW-ingangsdatum.

Door naar ‘Stap 7: Van je Pensioen Genieten’