Welkom! op PensioenGenieten.nl, pensioen in helder Nederlands!

Uitleg: Waardeoverdracht



 

 

 


Op deze pagina lees je over het meenemen van je pensioen naar de pensioenuitvoerder van je volgende werkgever, als je van baan verandert.


Stap je over van de ene werkgever naar de andere? En heb je bij de ‘oude’ werkgever pensioen opgebouwd? Dan kan je meestal je opgebouwde pensioen meenemen naar de pensioenuitvoerder van je ‘nieuwe’ werkgever.

Dat heet ‘waardeoverdracht’.

Je hebt een wettelijk recht op waardeoverdracht als je dienstverband met je werkgever is geëindigd op of na 8 juli 1994.

Waardeoverdracht is oorspronkelijk bedoeld om pensioenbreuk te voorkomen. Door indexaties (toeslagen op premievrije pensioenen) en het zeldzaam worden van eindloontoezeggingen, worden andere aspecten belangrijker. Deze aspecten kunnen voor ieder persoon anders zijn.

Om te beginnen kan je de twee pensioenregelingen naast elkaar leggen. Dat doe je met de pensioenvergelijker.

xxx

Algemene voordelen van waardeoverdracht

  1. Als je nieuwe werkgever een betere pensioenregeling heeft. Bijvoorbeeld:
  2. Als je al het pensioen bij één pensioenuitvoerder wilt hebben.
  3. Heb je bij je nieuwe werkgever een eindloonregeling? Dan neem je niet alleen je pensioen mee, maar ook je diensttijd. Deze wordt opgeteld bij je diensttijd bij je nieuwe werkgever. Pensioenverhogingen bij loonsverhoging in de toekomst worden berekend over de hoeveelheid diensttijd. Dus hoe meer diensttijd, hoe groter de verhoging van je pensioen als je loon omhoog gaat.

Algemeen nadeel van waardeoverdracht
Waardeoverdracht is niet altijd zinvol. Bijvoorbeeld als bovenstaande voordelen niet van toepassing zijn. Zijn er indexaties van toepassing in je oude pensioenregeling? Dan profiteer je na waardeoverdracht niet mee als premievrije pensioenen (pensioen voor mensen die uit dienst zijn) in de ‘oude’ pensioenregeling geïndexeerd worden.

xxx

Is waardeoverdracht altijd verstandig?

Hier alvast een aantal punten waar je op moet letten:

  1. Eerst moet je de pensioenregeling van je vorige werkgever en de regeling van je nieuwe werkgever vergelijken. Kijk bijvoorbeeld naar de pensioenrichtleeftijd. Ga je in de nieuwe regeling eerder of later met pensioen? Krijgen je partner en je eventuele kinderen een partner- en wezenpensioen als je overlijdt? En is dat een partner- en wezenpensioen op risicobasis (dit vervalt als je uit dienst treedt) of wordt dit pensioen opgebouwd?
  2. Is sprake van een middelloon– of eindloonregeling, waar het te bereiken pensioen heel duidelijk is, ongeacht de premie? En worden de pensioenen jaarlijks aangepast aan de prijsstijging (indexatie) en is dat in het verleden ook gebeurd?
    Of is het een beschikbare premieregeling, waar de premie het uitgangspunt is, maar het pensioen op de einddatum onzeker is? De hoogte van het te bereiken pensioen is afhankelijk van beleggingsrendementen en de pensioentarieven en rekenrente op de pensioendatum en daardoor veel minder zeker dan bij een middelloonregeling. Op de pensioenrichtleeftijd koop je met het opgebouwde pensioenkapitaal een pensioen.
  3. Hoe zit het met de financiële gezondheid van het bedrijfspensioenfonds? Dit bekijk je door de dekkingsgraad met elkaar te vergelijken. Hoe hoger de dekkingsgraad, des te beter de financiële situatie is. Als de dekkingsgraad van een pensioenuitvoerder beneden de 100% ligt, mag er, zolang dat het geval is, geen waardeoverdracht plaatsvinden.
  4. Is/wordt je pensioen ondergebracht bij een verzekeraar of een pensioenfonds? Een pensioenfonds mag, als het in de financiële moeilijkheden komt, je pensioen korten. Zelfs als het al is ingegaan. Een verzekeraar mag dat niet.

Verderop op deze pagina ga ik hier per punt verder op in.

 

Aanvragen
Waardeoverdracht vraag je altijd aan bij de pensioenuitvoerder van je nieuwe werkgever. Die legt contact met de pensioenuitvoerder van je vorige werkgever. Je krijgt eerst een offerte. Daar kan je ja of nee op zeggen. Als je ja zegt, dan regelt de pensioenuitvoerder van je nieuwe werkgever de overdracht met de pensioenuitvoerder van je oude werkgever. Als alles afgehandeld is, krijg je bericht. En een nieuwe UPO. Daarop staat dan hoeveel je nieuwe pensioen is na de waardeoverdracht.

Mijnwaardeoverdracht.nl

In 2020 is de pensioensector met een nieuw initiatief gekomen: Mijnwaardeoverdracht.nl.
Dit is een internet-platform om je waardeoverdracht snel, eenvoudig en veilig te regelen. Mijnwaardeoverdracht.nl zoekt je pensioenen voor je op en geeft je direct de mogelijkheid om een voorstel voor waardeoverdracht in te zien. Een waardeoverdracht via mijnwaardeoverdracht.nl kost je helemaal niets. Er worden geen kosten bij je in rekening gebracht of in mindering gebracht op je pensioen. Alle kosten worden door de aangesloten pensioenuitvoerders op mijnwaardeoverdracht.nl gezamenlijk betaald.

 

Nieuwe wetten en regels: automatische waardeoverdracht

In 2018 zijn er nieuwe wetten en regels gekomen over waardeoverdracht. Want wat gebeurde er voorheen?

  • Als je korter dan een jaar ergens werkt en pensioen opbouwde, of
  • als je pensioen bij het einde van je deelname lager was dan de afkoopgrens,

dan werd het pensioen na het einde van je deelname aan de pensioenregeling direct afgekocht door je pensioenuitvoerder. Afkoop betekent dat je de waarde van je pensioen in één keer krijgt overgemaakt, na inhouding van belasting en premies. Je krijgt dan later geen pensioen meer.

De afkoopgrens is in 2022 een jaarlijks pensioen van € 520,35 bruto per jaar. Dit bedrag wordt elk jaar aangepast door de overheid.

Voor mensen die veel van baan wisselden was dat nadelig. Als je pensioen steeds weer wordt afgekocht nadat je ergens uit dienst bent gegaan, bouw je natuurlijk nooit iets op.

Om dat tegen te gaan, zijn er nieuwe regels. Vanaf 1 januari 2018 bepaalt de hoogte van je opgebouwde pensioen bij het einde van je deelname aan de pensioenregeling, wat er daarna met je pensioen gebeurt:

  1. Verval van heel klein pensioen.
    Ben je na 1 januari 2019 uit dienst gegaan en is je opgebouwde pensioen € 2 bruto per jaar of lager?
    Dan vervalt je pensioen. Soms gebruikt pensioenuitvoerder de vrijgekomen waarde van heel kleine pensioenen om te investeren in een maatschappelijk verantwoord en duurzaam project.
    Pensioen van € 2 bruto per jaar of minder vervalt niet als je verhuist naar een andere Europese lidstaat en je de pensioenuitvoerder hierover hebt geïnformeerd bij het einde van je deelname.
  2. Automatische waardeoverdracht van pensioen onder de afkoopgrens.
    Ben je na 1 januari 2018 uit dienst gegaan en is je opgebouwde pensioen meer dan € 2 bruto per jaar maar minder dan € 520,35 (2022) bruto per jaar? Dan probeert de ‘oude’ pensioenuitvoerder te zorgen voor automatische waardeoverdracht. De pensioenuitvoerder vraagt nadat je uit dienst bent gegaan, aan het Pensioenregister tenminste één keer en liefst meerdere keren per jaar gedurende vijf jaar, wie je nieuwe pensioenuitvoerder is. Zodra je een nieuwe baan met een nieuwe pensioenuitvoerder hebt, draagt de pensioenuitvoerder de waarde van je pensioen over naar deze nieuwe pensioenuitvoerder. Je hoeft zelf niets te doen. Nadat alles is afgehandeld, ontvang je bericht van je nieuwe pensioenuitvoerder.
    Heb je na vijf jaar geen nieuwe werkgever en/of nieuwe pensioenuitvoerder? Dan blijft je pensioen bij de ‘oude’ pensioenuitvoerder.
    Overigens hoeven pensioenuitvoerders hier voor een deel niet aan mee te werken.
  3. Mogelijkheid van waardeoverdracht van pensioen op of boven de afkoopgrens
    Is je opgebouwde pensioen € 520,35 (2021) of meer bruto per jaar? Dan kan je zelf beslissen of je waardeoverdracht wilt of niet. De pensioenuitvoerder doet in elk geval voorlopig niets. Geen verval en geen automatische waardeoverdracht.

Voor pensioen op of boven de afkoopgrens bij het einde van je deelname aan de pensioenregeling (zie punt 3 hierboven) verandert er niets door de nieuwe wetten en regels. Maar voor kleinere pensioenen (zie de punten 1 en 2 hierboven) wel.

Op 15-4-2020 meldde minister Koolmees aan de Tweede Kamer dat hij de ‘Wet waardeoverdracht klein pensioen’ door wilde trekken naar kleine pensioenen die zijn ontstaan wegens collectieve beëindiging van een pensioenregeling. Dat is als een werkgever aan het eind van de overeenkomst met de pensioenuitvoerder alle opgebouwde pensioenen van zijn werknemers wil meenemen naar de volgende pensioenuitvoerder.
De minister wilde een wetswijziging voorbereiden en wil deze in werking laten treden met ingang van 1 januari 2022. De minister: “Door samenvoeging van alle kleine pensioenen, hoe ook ontstaan, worden deze gebundeld tot een aanzienlijker omvang voor deelnemers. Als pensioenuitvoerders kleine pensioenen automatisch mogen overdragen kunnen uitvoeringskosten dalen.”

 


 

Waar moet ik nu op letten? Uitleg per punt.

 

 

Pensioenleeftijd

Een pensioen(richt)leeftijd van 65 is beter dan 67 of 68.

Waarom? Pensioen dat is gebaseerd op leeftijd 65 kan je uitstellen naar een later moment en wordt daardoor hoger. Pensioen dat is gebaseerd op leeftijd 67 of 68 zou je kunnen vervroegen, maar wordt dan lager.

 

Meer pensioenvormen

Kijk naar welke pensioenen er in de oude en in de nieuwe regeling zijn verzekerd. Bijvoorbeeld Arbeidsongeschiktheidspensioen is lang niet altijd meeverzekerd. Dat geldt ook voor ANW-Hiatenpensioen/Nabestaanden-overbruggingspensioen. Allebei zeer nuttige en misschien wel zeer noodzakelijke pensioenen. En verdien je per jaar meer dan € 114.866 (2022)? Check dan of Nettopensioen is meeverzekerd. Want zo niet, dan moet je privé iets regelen, al was het maar voor je partner voor het geval je overlijdt. ‘Extra pensioen’ (bijsparen) is handig, maar geen must. Dit kan je eventueel ook privé regelen, alleen zal het je dan meer kosten.

 

Pensioen voor je partner als je overlijdt

Dekking bij overlijden is belangrijk. Kijk naar beide pensioenregelingen. Is het partner- en wezenpensioen verzekerd op opbouwbasis of op risicobasis? In dat laatste geval wordt er geen waarde opgebouwd in het partner- en wezenpensioen en vervalt dit geheel als je uit dienst gaat van je werkgever. Wordt er in de nieuwe regeling alleen ouderdomspensioen verzekerd en heb je een partner? Dan zal je tot de pensioendatum zelf een overlijdensrisicoverzekering moeten sluiten. En op de pensioendatum zal je een deel van je ouderdomspensioen moeten uitruilen voor partnerpensioen.

 

Soort pensioen: garanties of niet?

Zoals je kon lezen op de pagina ‘Algemeen: soorten regelingen’ zijn er meerdere soorten pensioenregelingen.
Een Middelloon- of Eindloonregeling is pensioen waarvan de bereikbare hoogte op de pensioendatum vast staat. Alleen de hoogte van je loon verandert daar iets aan. Je loopt alleen inflatierisico: de geldontwaarding tot aan de pensioendatum wordt in beginsel niet gecompenseerd. Daardoor wordt de koopkracht van je opgebouwde pensioen geleidelijk uitgehold. Door het verlenen van indexaties (zie verderop op deze pagina bij ‘Indexaties’) kan de werkgever dat geheel of gedeeltelijk tegengaan.
Bij Beschikbare-premieregelingen is alleen je premie-inleg zeker, de pensioenuitkomst is onzeker. Helemaal als het een regeling op basis van beleggingen is. Dan heb je vanwege het beleggen kans op hoger, maar ook op lager pensioen. Alle risico’s zijn voor jou:

  • Langlevenrisico: door toename van de levensverwachting kan op je de pensioendatum een lagere (of hogere) pensioenuitkering aankopen.
  • Beleggingsrisico: lage (of hoge) rendementen kunnen leiden tot minder (of meer) kapitaal om pensioen aan te kopen.
  • Renterisico: ook de rentestand op de pensioendatum bepaalt hoe hoog je pensioenuitkering is.
  • Inflatierisico: de geldontwaarding tot aan de pensioendatum wordt in beginsel niet gecompenseerd, waardoor het kapitaal om pensioen aan te kopen geleidelijk wordt uitgehold.

 

Middelloon of Eindloon?

Het is niet altijd met zekerheid te zeggen of een Eindloonregeling beter is dan een Middelloonregeling. Bij Middelloon is de minimale AOW-franchise lager dan bij Eindloon, waardoor je een hogere pensioengrondslag hebt en dus in theorie hoger pensioen kunt opbouwen. Ook is bij Middelloon het maximale jaarlijkse opbouwpercentage hoger dan bij Eindloon, waardoor je per jaar in theorie meer kunt opbouwen dan bij Eindloon. En bij Middelloon zijn indexaties (toeslagen op pensioen) mogelijk op opgebouwde pensioenen. Dat mag bij Eindloon alleen op de opgebouwde pensioen van voormalige werknemers en pensioengerechtigden.
Maar dit zijn allemaal theoretische zaken. Want het kan in de specifieke regeling van de werkgever zo zijn, dat de AOW-franchise in de Middelloonregeling hoger is dan de minimale franchise in een Eindloonregeling, waardoor je pensioengrondslag lager is. Of dat het jaarlijkse opbouwpercentage in de specifieke Middelloonregeling lager is dan het maximale opbouwpercentage in een Eindloonregeling. Of dat er in de specifieke Middelloonregeling helemaal geen indexaties van toepassing zijn (of al meerdere keren niet hebben plaatsgevonden).

Van een middelloonregeling zonder indexaties naar een middelloonregeling met indexaties is natuurlijk beter.

Als je heel algemeen een Middelloonregeling vergelijkt met een Eindloonregeling, is een Eindloonregeling beter. Dat komt ook door de diensttijd die je meeneemt van je oude regeling naar de nieuwe. Verwacht je naast de gebruikelijke loonindexaties ook salarisstijgingen mee te maken, dan heeft waardeoverdracht een positief effect op de pensioenopbouw.

 

Hoogte van de AOW-franchise

Zoals je kon lezen op de pagina ‘Stap 2: AOW-franchise’ bouw je niet over je hele loon pensioen op. Want voor een deel van je loon komt straks de AOW in de plaats. Een pensioenregeling heeft wettelijk altijd een minimale franchise die toegepast moet worden. Maar sommige werkgevers hebben een pensioenregeling waarin het franchisebedrag hoger is dan dit wettelijke minimum. Hoe hoger de franchise, hoe minder pensioen je opbouwt.

 

Hoogte van het opbouwpercentage of de beschikbare premie

Bij een Middelloon- of Eindloonregeling: hoe hoger het opbouwpercentage, hoe beter. Het is vooral goed te vergelijken als je twee Middelloonregelingen naast elkaar houdt, of twee Eindloonregelingen. Anders wordt het een beetje appels met peren vergelijken. Zie ook het punt hierboven: ‘Middelloon of Eindloon?’

Bij een beschikbare premieregeling geldt eigenlijk hetzelfde. Hoe hoger de premie in de premiestaffel, hoe beter. Ook is een premiestaffel in de regel beter dan één vast percentage voor alle leeftijden. Het is vooral goed te vergelijken als je twee Beschikbare-premieregelingen naast elkaar houdt. Wat wel belangrijk is, is wat er uit de beschikbare premie wordt betaald:

  • Is de beschikbare premie uitsluitend bedoeld voor ouderdomspensioen + partnerpensioen dat ingaat als je overlijdt na de pensioendatum? En betaalt je werkgever daarnaast risicopremie voor partnerpensioen dat ingaat als je overlijdt voor de pensioendatum?
  • Of is de beschikbare premie bedoeld voor ouderdomspensioen + partnerpensioen dat ingaat als je overlijdt ongeacht of je voor of na de pensioendatum overlijdt?

Kijk ook naar de hoogte van de kosten die bij jou in rekening worden gebracht. Als deze invloed hebben op jouw pensioen, is waardeoverdracht misschien minder voor de hand liggend.
Voor meer uitleg: zie de pagina’s ‘Stap 5 bij Beschikbare-premie: Hoogte van de premie’ en ‘Extra: premiestaffels.’

 

Indexaties

Indexaties zijn stukjes extra pensioen, bovenop het pensioen dat je al hebt opgebouwd. Dit mag bij

  • Middelloonregelingen: over de opgebouwde pensioenen van:
    • werknemers die nu bij de werkgever werken en daar pensioen opbouwen
    • voormalige werknemers
    • pensioengerechtigden.
  • Eindloonregelingen: over de opgebouwde pensioenen van:
    • voormalige werknemers
    • pensioengerechtigden.

Indexaties zijn bedoeld om de gevolgen van inflatie (voor een deel) tegen te gaan. Er zijn meerdere soorten indexaties mogelijk. Het hangt vooral af welk pensioendoel je werkgever wil bereiken met de indexaties en hoe de indexaties betaald worden.

Kijk goed naar je oude en je nieuwe regeling. Als je in je oude regeling indexaties krijgt en in je nieuwe niet, kan dat een reden zijn om geen waardeoverdracht te willen. Want als jouw waardeoverdracht is voltooid, en er worden indexaties uitgedeeld in de oude regeling, dan profiteer jij daar niet meer van mee.

Welke indexaties zijn er? In oplopende volgorde:

  1. Geen beleid over toeslagverlening. Je (ex-)werkgever verhoogt je opgebouwde pensioen normaal niet.
  2. Geen doelgericht toeslagbeleid. Je (ex-)werkgever besluit jaarlijks of hij je opgebouwde pensioen verhoogt.
  3. Voorwaardelijke toeslagen, niet gekoppeld aan een van tevoren bepaalde maatstaf. Je (ex-)werkgever probeert ieder jaar je opgebouwde pensioen te verhogen.
    1. Je werkgever betaalt de toekomstige verhogingen van je opgebouwde pensioen uit winstdeling die hij van de verzekeraar ontvangt en/of extra middelen die hij hiervoor beschikbaar stelt.
    2. Je werkgever betaalt de toekomstige verhogingen van je opgebouwde pensioen uit geld dat hij daarvoor gereserveerd heeft.
  4. Voorwaardelijke toeslagen, wel gekoppeld aan een van tevoren bepaalde maatstaf. Je (ex-)werkgever probeert ieder jaar je opgebouwde pensioen te verhogen met de prijsontwikkeling/ de loonontwikkeling/ een bepaald percentage. Je werkgever betaalt de toekomstige verhogingen van je opgebouwde pensioen uit winstdeling hij van de verzekeraar ontvangt en/of extra middelen die hij hiervoor beschikbaar stelt en/of uit premies en/of uit geld dat hij daarvoor bij de verzekeraar zal storten en/of uit geld dat hij daarvoor gereserveerd heeft.
  5. Een combinatie van voorwaardelijke en onvoorwaardelijke toeslagen. Je hebt recht op een jaarlijkse verhoging van je opgebouwde pensioen (het onvoorwaardelijke deel van toeslagverlening). Daar bovenop probeert je werkgever je opgebouwde pensioen jaarlijks extra te verhogen (het voorwaardelijke deel van de toeslagverlening). Je werkgever betaalt de toekomstige verhogingen van je opgebouwde pensioen uit winstdeling van de verzekeraar/ een opslag op de premie/ bijdragen van de werkgever/ geld dat hij daarvoor gereserveerd heeft/ extra middelen die hij daarvoor beschikbaar stelt.
  6. Onvoorwaardelijke toeslagverlening. Je (ex-)werkgever verhoogt je opgebouwde pensioen jaarlijks met de prijsontwikkeling/ de loonontwikkeling/ een bepaald percentage. Je werkgever betaalt de toekomstige verhogingen van je opgebouwde pensioen uit geld dat hij daarvoor bij de verzekeraar heeft gestort.
  7. Onvoorwaardelijke toeslagverlening. Je werkgever verhoogt ieder jaar je opgebouwde pensioen tijdens je deelname aan de pensioenregeling met de prijsontwikkeling/ de loonontwikkeling/ een bepaald percentage. Je werkgever betaalt de toekomstige verhogingen van je opgebouwde pensioen uit geld dat hij daarvoor bij de verzekeraar moet storten.

Ga je van een middelloonregeling zonder indexaties naar een middelloonregeling met indexaties? Dan is dat natuurlijk beter.

Verzekeraar of pensioenfonds?

Zijn de pensioenen nu en straks verzekerd bij een pensioenfonds of bij een verzekeraar?
Een pensioenfonds heeft een ‘uitkeringszekerheid’ van 97,5%. Een verzekeraar 99,5%.

Hoe zit het met de dekkingsgraad van het pensioenfonds? Tussen de fondsen zijn verschillen. Er zijn tientallen redenen waardoor bijvoorbeeld het ene pensioenfonds minder goed presteert dan het andere fonds. Dat kan lagere indexaties of zelfs afstempelen (verlagen) van pensioenuitkeringen inhouden. Dat kan een afweging zijn om geen waardeoverdracht te doen. Sommige mensen vinden het fijner om risico te spreiden door pensioengeld niet over te dragen maar te spreiden over meerdere pensioenuitvoerders.  Anderen vinden het juist fijner om al hun pensioen bij één pensioenuitvoerder te hebben. Dat maakt het administratief wat simpeler.

 

Door naar
‘Start: Wat is pensioen?
Terug naar
huis (‘Home’)